Biomedisch analisten zijn vanuit de nieuwe opleidingsstructuur voorbereid op de veranderende biomedische laboratoriumstructuur. Maar hoe zit dat met de analist die er al 20 jaar werkt? Wil ervaren personeel wel mee in de plannen voor verdere schaalvergroting en integrale samenwerking tussen labspecialismen? Of dreigt het lab leeg te lopen? Een analyse.
tk1 Het lijdt geen twijfel dat medische labs de komende jaren meer en meer onder één dak zullen gaan opereren. Alles in het teken van efficiënter werken. De opkomst van robotisering en steeds grotere analyzers die meerdere testen op één apparaat kunnen uitvoeren, vraagt om analisten die multi-inzetbaar zijn.
Zover is het nog niet. De wereld van micro-organismen is heel anders dan het kleuren van weefsels, het bepalen van lichaamsvochten of de wereld van PCR. Toch gaat het onmiskenbaar de kant op van meer uniformiteit in de laboratoria, ook op individueel niveau.
De consequenties voor het analistenwerk zijn groot. Wil de analist wel een operator worden? Biedt meer allround worden genoeg voldoening? De verschraling van het vak ligt op loer, kan of wil iedereen wel mee in deze ontwikkeling?
Schaalvergroting in de ziekenhuislabs
De consolidatie in de ziekenhuislabs is al een tijdje in gang. Zo wordt er in regionaal verband gezocht naar schaalvergroting. Denk maar aan Dicoon, OLVG lab of Unilabs.
Daarnaast zien we al verregaande samenwerkingen tussen laboratoria binnen één ziekenhuis, zoals bij Tergooi MC in Hilversum. Klinische farmacie en klinische chemie werken daar op één lab samen. Beide hebben wel een eigen gedeelte op het lab, maar maken gebruik van de gemeenschappelijke apparatuur, zoals de LC/MS en chemie-analyzer. En ze delen faciliteiten, zoals de spoelkeuken, de koffiekamer, en de vergaderkamer. De microbiologie werkt op dit moment nog wel gescheiden.
tk2 De volgende stap is een nieuw te bouwen lab waar beide labs een gemeenschappelijke front office krijgen met zoveel mogelijk gebruikmaking van dezelfde apparatuur. De track die op het lab komt helpt om beide labs samen te voegen.
Willen analisten wel mee veranderen?
Niet alle ervaren analisten staat deze ontwikkeling aan. Niet voor niets stappen sommigen over naar een andere sector. Teken aan de wand is ook dat aankomende studenten die een analistenopleiding overwegen, soms zekerheidshalve toch een andere richting kiezen, of verder studeren na hun mbo-opleiding om hbo beeldvormende technieken of anesthesiemedewerker te worden. In deze toch al krappe arbeidsmarkt voor analisten is dit niet wenselijk.
tk3 Dan is er in het vergrijzende personeelsbestand – een grote groep van bijna gepensioneerden die afhaken bij de nieuwe ontwikkelingen en aangeven hun tijd wel te zullen uitzitten. Deze groep analisten is echter wel van cruciaal belang vanwege hun kennis en ervaring voor de generaties die onder hen zitten.
Ze zijn essentieel in de labstructuur en daarmee voor het doorvoeren van de beoogde veranderingen. Al met al zitten er dus heel wat haken en ogen aan deze transitie.
De reactie van het werkveld en de biomedisch analisten op de ontwikkelingen
Het is nog filosoferen wat de gevolgen zullen zijn van de consolidatie. Er zijn tal van onzekerheden. Zo kan:
- de uitstroom van biomedisch analisten te groot worden
- er onvoldoende instroom zijn van de nieuw vormgegeven opleiding
- er een tekort aan gespecialiseerde kennis optreden
- en kunnen verschillen in cultuur en (sub)specialismen tussen labs spanning geven.
Zeker is dat de transitie niet zonder slag of stoot plaats zal gaan vinden. Veel zal afhangen van de instroom van biomedisch analisten en of het gewenste kwaliteitsniveau gehaald gaat worden. En de menselijk maat, eens zijn de grenzen aan robotisering en schaalvergroting bereikt.