Competenties, hoe leg je dat vast?

Niet voor niets wordt de term ‘competentie’ in de Nederlandse versie zo’n beetje om de pagina genoemd: we vinden het namelijk maar al te vanzelfsprekend dat mensen opgeleid zijn voor het werk wat ze moeten gaan uitvoeren, en daarmee ook competent zijn.

Maar dat is een aanname. Wanneer is iemand nu echt competent voor zijn werk en hoe leg je dat vast? En ben je dan competent voor de rest van je verdere loopbaan of moet je dat continu in de gaten houden? ‘Monitoren’ dus van competenties, ook zo’n eis in de norm waar mee geworsteld wordt.

Bij competenties denk je al snel aan de ‘hard skills’ die zijn besloten in het gehaalde diploma, of de met goed gevolg doorlopen cursus. Diploma/certificaat in het personeelsdossier, en klaar. Helaas, daar kom je niet mee weg. Competentie behelst veel meer. Iemand kan nog zo veel diploma’s en certificaten hebben, maar dat zegt nog niet dat dat deze persoon in de praktijk daadwerkelijk competent is. Juist bij competenties ook gaat het ook over de ‘soft skills’, zoals luistervaardigheid, organisatietalent.

Niet alleen harde cijfers

Hoe meet en leg je dát vast? Het lijkt zo ongrijpbaar, bijna op het zweverige af, en toch kunnen ook laboratoria hier praktisch en pragmatisch mee omgaan. Maak er een bespreekpunt van, brainstorm met de medewerkers over de eisen en wensen op competentiegebied en laat je verrassen. Durf ook vooral de soft skills te benoemen, wees creatief en denk buiten de geijkte kaders.

Een uitdaging? Zeker, maar je zult zien dat het je iets oplevert. Dat het je inzichten geeft in wat er nodig is om de benodigde kwaliteit te leveren. Die draait namelijk niet alleen om de harde cijfers.

Kortom: veel vragen op het competentiegebied die schreeuwen om advies of een cursus om dit normonderdeel op pragmatische wijze invulling te kunnen geven en te vertalen naar de eigen labsituatie.