Roel Nijhuis | Foto: FOODNote
Vroegdiagnostiek is een adequaat middel in de strijd tegen antibioticaresistentie, een groeiend probleem bij de bestrijding van bacteriële infecties. Samen met een integrale aanpak kan dit grootschalige resistentie tegen antibiotica voorkomen.
Vroegdiagnostiek is een belangrijk wapen in de strijd tegen de MRSA-problematiek, een van de belangrijkste issues in antibioticaresistentie, net als adequaat gezondheidsbeleid. MRSA staat voor Meticilline-Resistente Staphylococcus Aureus, de bacterie die als eerste resistent bleek tegen penicilline.
In Nederland zijn de resistentiecijfers vooralsnog laag, doordat antibiotica alleen op recept verkrijgbaar zijn en er binnen de gezondheidszorg volop aandacht is voor hygiënemaatregelen.
Antibiotica resistentie
MRSA komt met name voor waar veel antibiotica worden gebruikt en beleid ontbreekt om dragers op te sporen en te behandelen. Vooral in Zuid-Europa leidt overmatig en ondeskundig antibioticum gebruik daardoor tot toenemende problemen met MRSA.
De bacterie is vooral gevaarlijk voor mensen met een verminderde weerstand. Als zij getroffen zijn door een bacteriologische infectie heeft slechts een beperkt deel van de gangbare antibiotica bij hen effect.
Over de resistentieproblematiek zegt dr. Roel Nijhuis, medisch moleculair microbioloog in het Laboratoriumcentrum van het Meander Medisch Centrum (MMC) in Amersfoort: “Er zijn tot geen species die in het geheel geen resistentie laten zien. Sommige zijn resistent, omdat antibiotica er van nature geen vat op krijgen. Ook passen bacteriën zich voortdurend aan, bijvoorbeeld door DNA-mutaties, waardoor een antibioticum niet langer werkzaam is.”
“Bacteriën passen zich voortdurend aan, waardoor een antibioticum niet langer werkzaam is”
dr. Roel Nijhuis, medisch moleculair microbioloog in het Laboratoriumcentrum van het Meander Medisch Centrum (MMC)
Antibioticaresistentie en MRSA-diagnostiek
Dat MRSA de wetenschap voor uitdagingen stelt, bewijst een casus in het MMC. Een patiënt afkomstig uit een buitenlands ziekenhuis werd daar ‘verdacht’ van het dragerschap van MRSA en de ingezette MRSA-diagnostiek wees dat vervolgens ook uit. Toch klopte die diagnose niet.
“Ons viel op dat de uitgevoerde polymerase kettingreactie afweek van datgene wat we normaal aantreffen bij MRSA.” Op het isolaat werd door het Nationaal referentiecentrum – een onderdeel van het RIVM – whole genome sequencing uitgevoerd.
“Niet ongebruikelijk bij een specifieke vraagstelling. Het bleek te gaan om een Meticilline resistente Staphylococcus argenteus, en niet om MRSA. Beide varianten zijn op DNA-niveau nagenoeg 90% identiek en lijken zo op elkaar dat ze met de gangbare biochemische en fenotypische testen niet van elkaar te onderscheiden zijn. S. argenteus wordt met een specifiek op MRSA gerichte PCR mogelijk niet altijd gedetecteerd.”
Op de bloedplaat groeit een S. aureus-bacterie, te herkennen aan de goud-gelige kleur (aurum = goud in het latijn). Screening om eventuele meticilline resistentie vast te stellen gaat met een cefoxitin-tablet (niet op de foto) | foto: FOODNote
Toch is de detectie van een meticilline-resistente S. argenteus wel van belang, omdat de behandeling en het beleid identiek zijn aan die van MRSA, stelt Nijhuis. Dit bevestigt volgens hem de problemen waarmee de reguliere diagnostiek momenteel te kampen heeft. “Het kan zomaar gebeuren dat een meticillineresistente Staphylococcus argenteus fout-negatief wordt bepaald.”
“Er zijn weinig tot geen species die in het geheel geen resistentie laten zien”
Roel Nijhuis
Antibioticaresistentie en S. argenteus
Ook met de in ziekenhuislab populaire massaspectrometrie – MALDI-ToF – bleek S. argenteus lange tijd niet te detecteren. De kentering kwam eind 2018 na een systeemupdate. Doordat de spectra van S. argenteus vanaf dat moment deel uitmaakten van de database, werd deze variant niet langer ‘verward’ met S. aureus.
Nijhuis verwijst in dit verband naar een onderzoek van de European Study Group on Staphylococcal Diseases. “Daaruit bleek dat het verschil nog niet eens zozeer klinisch gezien van belang is, maar dat we juist vanuit epidemiologisch oogpunt onderscheid tussen beide moeten kunnen maken. Simpelweg omdat we nog niet weten hoe vaak de S. argenteus precies voorkomt. Uit de literatuur blijkt dat die aanvankelijk werd aangetroffen in Noord-Australië om zich van daaruit te verspreiden naar Zuidoost-Azië en Zuid-Amerika. Ook in Europa wordt deze variant inmiddels aangetroffen, al gaat het daarbij vooralsnog om importgevallen en hele kleine percentages.”
Staphylococcus aureus
Prevalentie van resistentie voor antibiotica
Nu S. argenteus ook in Nederland infecties geeft, is het zaak de variant op de juiste wijze te diagnosticeren en vast te stellen hoe vaak hij voorkomt. “Dat is in mijn optiek van belang, omdat het opsporen van eventuele verspreiding middels typering anders onmogelijk is.”
Nijhuis verwacht overigens geen lawine aan resistente varianten. “Deze variant is zoals gezegd afkomstig uit Australië, en tot nu toe is nog niet duidelijk welke (onbekende) varianten er wereldwijd nog meer zijn. Voor het traceren daarvan zul je zeer grote aantallen S. aureus moeten testen met whole genome sequencing of PCR. Dit kost (veel) tijd en geld en is dat zinvol? Ook is het additionele klinisch belang van S. argenteus vergeleken met S. aureus nog moeilijk in te schatten. Dit vergt nader onderzoek.”
Voorzichtigheid is en blijft echter geboden. Een recente studie laat zien dat S. argenteus een heftiger verloop kan hebben dan S. aureus. “Dan kun je toch maar beter weten met welke van de twee je te maken hebt.”