Voedingsbodem met Staphylococcus aureus bacterie | Foto: FOODnote
De opkomst van multiresistente bacteriën, zoals MRSA en VRE, verergert de dreiging van antibioticaresistentie aanzienlijk. Om welke bacteriën gaat het? Waar zitten de resistentiehaarden? En hoe te beteugelen?
Door antibioticaresistentie stijgen de kosten en de druk in de gezondheidszorg en kunnen relatief eenvoudige infecties levensbedreigend worden. Multiresistente bacteriën worden steeds meer een probleem.
Aangezien de ontwikkeling van nieuwe antibiotica traag gaat – mede omdat de farmaceutische industrie dit niet de meeste interessant markt vindt – is het aanpakken van infectiebronnen en preventief beleid voorlopig de beste optie om deze problematiek te lijf te gaan.
Multiresistente bacteriën
Multiresistente bacteriën of bijzonder resistente micro-organismen (BRMO) zijn bestand tegen meerdere antibioticasoorten. BRMO’s produceren bijvoorbeeld enzymen, zoals extended spectrum beta-lactamase (ESBL), carbapenamase of AmpC die de beta-lactam ring in antibiotica onschadelijk kunnen maken.
Bekende voorbeelden van BRMO zijn methiciline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA), vancomycine-resistente enterokokken (VRE) en carbapenemase-producerende Enterobacterales (CPE). Sommige BRMO’s zijn resistent tegen vrijwel alle beta-lactam antibiotica en zijn daardoor erg moeilijk te bestrijden.
Antibiogram | foto: Adobe Stock
Resistentie in de zorg
Resistentie leidt tot langere ziekenhuisopnames, stijgende zorgkosten en hogere sterftecijfers. Infecties zoals een longontsteking, bloedvergiftiging en tuberculose zijn moeilijker te behandelen bij resistente bacteriën en worden daardoor levensbedreigend. BRMO zijn uitermate gevaarlijk in ziekenhuizen met kwetsbare patiënten.
Bij steeds meer patiënten werken standaardbehandelingen niet meer, en zijn alternatieve, vaak minder efficiënte en duurdere behandelingen nodig.
MRSA-uitbraken voorkomen
Ziekenhuizen maken gebruik van intake vragenlijsten en persoonlijke beschermingsmiddelen om verspreidingsgevaar te minimaliseren. Om MRSA0-uitbraken te voorkomen onderzoeken ziekenhuizen of mensen drager zijn als zij een verhoogde kans hierop hebben.
Risicoverhogend zijn onder meer een bezoek aan het buitenland, contact met vee, verblijf in een asielzoekerscentrum of in aanraking komen met een bekende drager. Bron- en contactonderzoek helpt om deze infecties te beheersen. Daarnaast kan de isolatie van patiënten of besmette personen verdere verspreiding voorkomen.
Voedingsbodem met bacterie en antibioticastrookje om resistentie te bepalen | foto: Vincent Hentzepeter
Overmatig antibioticagebruik veehouderij
De veehouderij gebruikt antibiotica om zieke dieren te behandelen en om uitbraken te voorkomen, om zo productieverliezen te beperken. Echter, leidt het overmatige gebruik ook hier steeds vaker tot ontwikkeling van antibioticaresistentie. De overdracht van de resistente bacteriën vindt niet alleen plaats door contact met dieren, maar ook door consumptie van besmet voedsel.
Dit gebeurt met name in situaties waarin veel dieren dicht bij elkaar leven, zoals op boerderijen en fokkerijen. Stichting Diergeneesmiddelen Autoriteit en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit handhaven daarom strenge regels voor het gebruik van antibiotica in de veehouderij:
- Alleen dierenartsen mogen antibiotica voorschrijven na inspectie
- Veehouders moeten antibioticagebruik registreren
- Het gebruik van antibiotica die als laatste redmiddel voor mensen worden gebruikt, is verboden.
Al is het antibioticagebruik in de veehouderij tussen 2009 en 2020 aanzienlijk gedaald, er is nog veel nodig om de problemen verder terug te dringen. Daarom pleit Nederland voor verantwoord gebruik binnen de Europese Unie. Dit is sinds 2022 vastgelegd in de nieuwe verordening diergeneesmiddelen met regels omtrent de productie, distributie en controle van diergeneesmiddelen in heel Europa.