Chrysanten | Foto: Adobe Stock
Fytosanitair onderzoek moet voorkomen dat besmet plantenmateriaal Europa binnenkomt. Het hele traject bestaat uit zes stappen, van binnenkomst van het materiaal aan de grens tot de te ondernemen acties bij een vermoedelijke besmetting.
Quarantaine laboratoria vormen een belangrijke schakel in alle zes stappen. Zij controleren of een plant besmet is met een organisme op basis van een moleculaire test. Alleen als de laboratoriumuitslag negatief is, geeft de keuringsdienst van de NVWA de partij vrij en mag de lading de Europese Unie in.
Onderzoek aan chrysanten bij Dummen Orange | foto: Marco Vellinga
tk1 Stap 1: wat is het fytosanitair inspectieprogramma?
Binnen het fytosanitair inspectieprogramma in Nederland ligt de nadruk op de controle van plantmateriaal dat de Europese Unie binnenkomt. Dat gebeurt vooral in de haven van Rotterdam en op Schiphol, plekken met veel import. De grootste uitdaging is om ervoor te zorgen dat het binnenkomende plantmateriaal vrij is van pathogenen, ofwel mogelijke ziekteverwekkers als bacteriën, schimmels, virussen en insecten.
tk2 Stap 2: wat is de rol van bloemisten en telers binnen fytosanitair onderzoek?
Bloemisten en telers importeren plantmateriaal Europa in, bijvoorbeeld stekjes chrysanten uit Zuid-Afrika. Voordat de teler kan starten met de vermeerdering moet duidelijk zijn dat het startmateriaal schoon is. Importeurs en handelaren van plantmateriaal laten daarom eerst allerlei testen uitvoeren, zowel visueel als moleculair, voordat zij aan de slag gaan met nieuw materiaal.
“De grootste uitdaging is ervoor te zorgen dat het binnenkomende plantmateriaal vrij is van bacteriën, schimmels, virussen en insecten”
De 3D-scanner Maxi Marvin kan planten driedimensionaal vastleggen en afwijkingen in het fenotype van de plant laten zien | foto: Netherlands Plant-Ecophenotyping Centre (NPEC), WUR
tk3 Stap 3: wie controleert het plantmateriaal in het fytosanitair onderzoek?
In Nederland is dat de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (nVWA). Naast hun eigen quarantaine laboratorium zijn er nog vier andere laboratoria vergund voor de controle op quarantaineorganismen in plantmateriaal.
Dat zijn het NAK tuinbouwlaboratorium, kwaliteitscontrole bureau KCB, de Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen (NAK) en de stichting bloembollenkeuringsdienst BKD.
tk4 Stap 4: wanneer controleren de laboratoria het plantmateriaal?
De meeste monsters nemen inspecteurs van de keuringsdiensten bij reguliere importcontroles. Dat gebeurt steekproefsgewijs. Er is een register van plantensoorten waar de keuringsdienst verplicht een monster van moet nemen bij de import, het ‘Register Verplichte monstername bij import’. Met een steekproef gaat een deel van het plantmateriaal naar een van de vier genoemde Nederlandse quarantaine laboratoria.
“Bij visuele inspectie uiterlijke symptomen zijn van een mogelijke besmetting? Dan moet een moleculaire test dat uitwijzen”
tk5 Stap 5: welke technieken passen de laboratoria toe binnen fytosanitair onderzoek?
Als uit visuele inspectie in het laboratorium blijkt dat er uiterlijke symptomen zijn van een mogelijke besmetting, dan moet een moleculaire test uitwijzen of er daadwerkelijk een schadelijk organisme aanwezig is op of in de plant.
Is er niets te zien aan het fenotype (het uiterlijk) van de plant, maar is er wel een vermoeden van besmetting, dan wordt toch een DNA-test gedaan, zoals een Polymerase Chain Reaction (PCR) en/of sequencing. Ook kan een test op eiwitniveau uitkomst bieden, zoals een enzyme-linked immunosorbent assay (ELISA).
tk6 Stap 6: wat gebeurt er als een besmetting is geconstateerd?
Als er daadwerkelijk plantensoorten van het register aanwezig zijn in de zending, dan geeft de keuringsdienst de partij pas vrij als de laboratoriumuitslag van de monstername negatief is. Dan zijn er dus geen schadelijke organismen aangetroffen.
Als er een organisme aanwezig is dat op de quarantaine lijst van Europese Unie staat, is elk Europees lidstaat en dus ook Nederland verplicht om verspreiding en introductie van het betreffende, schadelijke organisme tegen te gaan.
In Nederland zal de NVWA sancties opleggen dat de lading waar het om gaat dan Europa niet in mag. Vervolgens wordt de lading vernietigd, of het wordt naar een ander land buiten de Europese Unie gestuurd indien de lading wel voldoet aan de eisen van dat land.
Soms geeft de NVWA de mogelijkheid om de zending te behandelen door het op te schonen. Daarna vindt dan opnieuw een importinspectie plaats om te controleren of het daarna wel vrij is van besmettingen. Pas dan mag het product de EU in.