Quarantaine laboratoria voeren detectiemethodes uit om besmettingen te constateren | Foto: Netherlands Plant-Ecophenotyping Centre (NPEC)
Wat zijn de do’s en don’ts bij het fytosanitair onderzoek? Met deze tips en valkuilen voorkom je ongewenste introducties van schadelijke organismen in plantaardige producten in de Europese Unie.
tk1 Tip 1
Er zijn uitdagingen bij het aantonen van insecten: bij het vinden van alleen een eitje bijvoorbeeld. Het is dan lastig om te weten van welk specifieke insectsoort het afkomstig is. Een loop mediated isothermal amplification (LAMP) test helpt dan, die specifiek voor een aantal organismen uitsluitsel geeft.
Dit is een DNA-amplificatietechniek waarbij je, onder een constante temperatuur van 60-65 graden, het DNA van het organisme vermeerdert en detecteert door herkenning van 6 verschillende DNA regio’s door gebruik van 4 primers. Zo is snel te achterhalen of er sprake is van een schadelijk organisme.
“Inspecteurs kunnen de nieuwe loop- mediated isothermal amplification (LAMP) test inzetten bij de fysieke importinspectie”
tk2 Tip 2
Ook bij de importinspectie controleren de inspecteurs direct om welk organisme het gaat. Inspecteurs kunnen de nieuwe loop mediated isothermal amplification (LAMP) test dan inzetten bij de fysieke importinspectie. Die geeft meteen het resultaat ter plekke.
tk3 Valkuil 1
Omdat reguliere importcontrole steekproefsgewijs plaatsvindt, kan er mogelijk toch nog een schadelijk organisme doorheen glippen. Naast de fysieke controle op bijvoorbeeld de luchthavens en in de haven van Rotterdam, is er tegenwoordig bovendien veel internethandel in plantaardige producten.
Controle op de import is dan lastig uitvoerbaar. Iedereen kan plantaardige producten zelf online bestellen en op elke locatie laten leveren, ook producten die organismen kunnen bevatten die mogelijk op de quarantainelijst van de EU staan.
tk4 Valkuil 2
Quarantaine laboratoria, die de plantmonsters ontvangen van de importinspecties, moeten bij een vermoeden van besmetting aansluitend op de visuele inspectie altijd een moleculaire test uitvoeren.
Als er niets te zien is aan het uiterlijk van een plant of plantaardig product, volgt er bij voorkeur toch een moleculaire test om uit te sluiten dat een op die plant veelvoorkomend, schadelijk organisme afwezig is.
