Recentelijk heeft de Europese Unie haar richtlijn voor chemische stoffen aangepast. De strengere regels voor stoffen die kunnen leiden tot kanker of schade aan het DNA gelden nu ook voor reprotoxische stoffen.
Nederland is verplicht om deze nieuwe richtlijn in de lokale wetgeving op te nemen. Deze wijzigingen zijn onlangs opgenomen en verwerkt in het Arbeidsomstandighedenbesluit en de Arbeidsomstandighedenregeling.
Blootstelling aan reprotoxische stoffen brengt risico’s met zich mee voor de voortplanting, het (on)geboren kind en/of borstvoeding. Het kan leiden tot een verminderde vruchtbaarheid bij mannen en vrouwen, een miskraam of vroeggeboorte van het kind.
Ook kan blootstelling aan deze stoffen schade toebrengen aan het kind bij het geven van borstvoeding. Het is dan ook verstandig om voor, tijdens en na de zwangerschap blootstelling aan reprotoxische stoffen te vermijden.
Binnen een groot aantal organisaties kom je reprotoxische stoffen tegen. Denk hierbij aan laboratoria, ziekenhuizen, universiteiten, hogescholen en productiebedrijven in de industrie. Deze stoffen zijn vaak verwerkt in hormomen, weekmakers, lijmen, coatings, oplosmiddelen en bestrijdingsmiddelen.
Op het etiket kun je deze stoffen herkennen aan onderstaande H-zinnen:
Naast bovenstaande H-zinnen is het aan te raden om tweemaal per jaar de SZW-lijst te controleren. De stof Ethanol is bijvoorbeeld niet geclassificeerd als kankerverwekkend en reprotoxisch volgens REACH. Maar in Nederland staat deze stof wel zo vermeldt op de SZW-lijst en dus gelden voor het gebruik ervan op de werkplek strengere regels.
Wanneer er sprake is van blootstelling aan reprotoxische stoffen is het wettelijk verplicht om de STOP strategie te hanteren. Meer over STOP-strategie lees je in een eerder geschreven artikel op dit platform. Is het niet mogelijk een reprotoxische stof te vervangen door een minder schadelijk alternatief? Dan zijn werkgevers verplicht om een registratie op medewerkersniveau bij te houden. Deze registratie staat ook wel bekend als de CMR-registratie.
In de Europese richtlijn voor chemische stoffen staat dat werkgevers de CMR-registratie moeten bewaren tot 5 jaar na beëindiging van de blootstelling. De Nederlandse wetgeving wijkt hier van af, in Nederland is het verplicht om de CMR-registratie te bewaren tot 40 jaar na beëindiging van de blootstelling. Hierdoor is het mogelijk om de schadelijke effecten door blootstelling aan CMR stoffen op lange termijn beter vast te stellen.
Op zoek naar software om het register van de gevaarlijke stoffen constant te monitoren op aanwezigheid van CMR-stoffen? Neem dan contact met ons voor een vrijblijvende demonstratie van de applicaties SOFOS 360 van ITIS en/of het internationale Chemwatch. Meer dan 5.000 organisaties gingen je voor!
Meer over de STOP-strategie