Afhankelijk van het type onderzoek kan de vriesdroger helemaal naar wens uitgebreid worden. Dit modulaire systeem is ideaal wanneer er iets kapotgaat of je andere accessoires nodig hebt: onderdelen zijn zo vervangen. Hierdoor blijft de investering laag.
Afhankelijk van het type onderzoek kan de vriesdroger helemaal naar wens uitgebreid worden. Dit modulaire systeem is ideaal wanneer er iets kapotgaat of je andere accessoires nodig hebt: onderdelen zijn zo vervangen. Hierdoor blijft de investering laag.
Vriesdrogers in het lab werken allemaal op dezelfde manier, maar ze kunnen heel verschillend zijn. Bij Salm en Kipp maken ze onderscheid tussen drie soorten vriesdrogers: vriesdrogers voor het lab, pilot vriesdrogers en productie vriesdrogers.
In het lab worden kleine vriesdrogers gebruikt: 4kg, 8kg, 16kg en 24kg. De productie vriesdrogers zijn het grootst, die gaan tot wel 500kg. De pilot vriesdrogers zitten hier tussenin.
Van lab- tot productieschaal
Het vriesvermogen van vriesdrogers kan verschillen: tot -55 °C, -85 °C en -110 °C. Meestal gebruiken laboratoria de eerste optie. Wanneer een materiaal een laag vriespunt heeft, bieden de tweede en derde optie uitkomst. Welke vacuümpomp het beste past, hangt af van de toepassing van de vriesdroger.
Accessoires om te optimaliseren
Er zijn verschillende accessoires en methoden om de (pilot)vriesdroger in het lab uit te breiden. Zo kun je de vriesdroger in het lab afstemmen op verschillende doeleinden. De opties die Salm en Kipp aanbiedt voor vriesdrogers van Martin Christ zijn onder andere:
- Controle over systeem- en procesbesturing
Het systeem voor proces- en systeembesturing heet LPCplus, wat staat voor Lyophilisation Process Control plus. Hiermee kun je onder andere het vriesdroogproces automatiseren en programma’s opslaan, de voortgang inzien en sensoren aflezen.
- Vriespuntbepaling
Met Lyocontrol kun je het vriespunt van een materiaal bepalen door de elektrische weerbaarheid en temperatuur te meten.
- Zicht in de productkamer
Het vriesdroogproces visueel volgen kan met Lyocam 2.0. De beelden worden opgeslagen met tijdstempel en kunnen worden gekoppeld aan andere sensoren.
- Temperatuurbepaling door drukmeting
Het MTMplus systeem gebruikt de druk in de kamer om de temperatuur van het materiaal te berekenen. Het voordeel van deze methode is dat er geen extra sensoren in de kamer nodig zijn.
- Temperatuurbepaling met sensoren
WTMplus 2.0 is een draadloos meetsysteem dat de temperatuur van het materiaal meet. Het is nauwkeurig en kan temperaturen aan van -60 °C tot +135 °C. Hierdoor kun je tijdens het gehele proces meten.
- Droog-eindpuntbepaling
De pressure rise test dient om te bepalen of het materiaal voldoende gedroogd is. De klep tussen de productkamer en de condensor gaat kort dicht en het meet of de druk toeneemt. Als deze toeneemt, komt er water vrij en is de droging niet klaar. Als de drukstijging onder een bepaalde grens blijft, kun je het proces afronden.
- Droogsnelheid en -eindpunt wegen
LyoBalance is een continu weegsysteem dat de droogsnelheid en het droogeindpunt meet. Toepasbaar tussen de -40 °C en +40 °C en heeft een nauwkeurigheid van ± 0,005 g.
- Uniform invriezen
LyoCon is een vriesmethode waarbij het bevriezen van flesjes uniformer en gecontroleerder gaat. Wanneer je veel flesjes tegelijkertijd invriest, verloopt dit vaak niet uniform en zijn de resultaten niet ideaal. Met deze methode verloopt dit wel uniform waardoor je dus een snellere, fijnere en uniformere ijskristalvorming krijgt en dus een uniformer droog resultaat.
Verder zijn er nog opties zoals bijvoorbeeld vacuümsturing, de inrichting van de kamer (platen, thermoblokken, vials onder vacuüm sluiten) en nog veel meer. Wat je nodig hebt, hangt af van de situatie en wat er nodig is om het proces te optimaliseren.