Op deze 9 stofgroepen heeft de NL Arbeidsinspectie in de komende jaren extra focus - Labinsights

Op deze 9 stofgroepen heeft de NL Arbeidsinspectie in de komende jaren extra focus

icon.highlightedarticle.dark Veiligheid
180 bekeken Laatste wijziging: 15 december 2023
Afbeelding GHS iconen gevaarlijke stoffen
Afbeelding GHS iconen gevaarlijke stoffen | Foto: ITIS

Meerjarenplan 2023 – 2026

In het Meerjarenplan 2023 – 2026 heeft de NL Arbeidsinspectie aangegeven dat zij extra focus gaan hebben op bepaalde stofgroepen. Het gebruik van deze stoffen brengt namelijk extra risico’s met zich mee voor de gezondheid en het milieu. Om medewerkers hierover te informeren is het belangrijk dat je weet hoe je bepaalde stofgroepen kunt herkennen.

9 verschillende stofgroepen

Om je daarbij te helpen hieronder een overzicht van de stofgroepen. Naast de bekende kankerverwekkende, mutagene en reproductie toxische stoffen (CMR) zijn er meer stofgroepen waarvan de inventarisatie op orde moet zijn.

In dit artikel meer over de 9 verschillende stofgroepen en hoe je deze kunt herkennen op de werkplek.

1 Kankerverwekkende stoffen

Van de 3.000 dodelijke slachtoffers overlijden er jaarlijks 2.100 aan de gevolgen van kanker door blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Hiermee dan ook de meest belangrijke groep waarvan je de inventarisatie op orde wilt hebben en houden.

Deze stoffen kun je herkennen aan de H-zinnen H350 (bewezen) en H351 (verdacht), vermeldt in rubriek 2.2 en 3.2 van het veiligheidsinformatieblad.

2 Mutagene stoffen

Blootstelling aan deze stoffen kan op termijn schadelijk zijn voor de genen. Deze stoffen kun je herkennen aan de H-zinnen H340 (bewezen) en H341 (verdacht), eveneens vermeldt in rubriek 2.2 en 3.2 van het veiligheidsinformatieblad.

3 Reproductie toxische stoffen

Werken met deze stoffen kan schadelijk zijn voor de voortplanting en het nageslacht. Denk hierbij aan schadelijk voor de vruchtbaarheid (zowel mannen als vrouwen), de ontwikkeling van het (on)geboren kind of lactatie (borstvoeding).

Deze groep stoffen kun je op de werkplek herkennen aan de H-zinnen H360 (bewezen) , H361 (verdacht) en H362 (lactatie), ook terug te vinden in rubriek 2.2 en 3.2 van het veiligheidsinformatieblad.

4 Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS-lijst van het RIVM)

Naast de eerder benoemde effecten in de eerste 3 stofgroepen kunnen zeer zorgwekkende stoffen ook schadelijk zijn voor het milieu. Voorbeelden van zeer zorgwekkende stoffen zijn PFAS, lood, koper en benzeen.

Het is sinds 2021 wettelijk verplicht om ook van deze stofgroep de inventarisatie op orde te hebben. Inmiddels vragen verschillende omgevingsdiensten bij bedrijven overzichten op om aan te geven welke zeer zorgwekkende stoffen zij gebruiken binnen de organisatie. Deze inventarisatie niet orde? Dan volgt direct een boete.

Normaal gesproken kun je in rubriek 15 van het veiligheidsinformatieblad terugvinden of één of meerdere componenten van de gevaarlijke stof staan vermeldt op de lokale ZZS-lijst van het RIVM. Maar in de praktijk houden fabrikanten bij het opstellen van een veiligheidsinformatieblad alleen rekening met de Europese REACH wetgeving.

Het is dus aan te raden om de CAS-nummers van alle ingrediënten van het chemische product in te voeren in het zoeksysteem van het RIVM om deze te controleren op aanwezigheid van zeer zorgwekkende stoffen.

5 Potentieel Zeer Zorgwekkende Stoffen (PZZS-lijst van het RIVM)

Voor stoffen op deze lijst geldt dat deze nog niet definitief zijn geclassificeerd als zeer zorgwekkende stof, maar dat op termijn wel zo kan gaan zijn. Reden hiervoor is dat bepaalde informatie ontbreekt, of dat er nog procedures gaande zijn om de stof definitief over te hevelen naar de hierboven benoemde ZZS-lijst van het RIVM.

Om deze stoffen te herkennen kun je net als bij de ZZS-lijst gebruik maken van het zoeksysteem van het RIVM, door de CAS-nummers in te voeren.

6 Diisocyanaten

Sinds 24 augustus 2023 is het wettelijk verplicht om bij het gebruik van chemische producten, geclassificeerd als diisocyanaat, een cursus te volgen voor het gebruik ervan. Dat geldt ook voor chemische producten waarin één of meerdere componenten (>0,1%) geclassificeerd zijn als diisocyanaat.

Deze cursus dient verzorgd te worden door een ARBO specialist, bij voorkeur iemand die ervaring heeft met diisocyanaten. Elke 5 jaar dient een werknemer de cursus opnieuw te volgen en succesvol af te ronden.

Onderstaande gevaarlijke stoffen zijn op dit moment geclassificeerd als diisocyanaat, te herkennen aan onderstaande CAS nummers. Hierbij is gebruik gemaakt van ECHA en het RIVM als bron.

CAS nummers diisocyanaten:

  • 2-methyl-m-phenylene diisocyanate (CAS nummer: 91-08-7)
  • 4-methyl-m-phenylene diisocyanate (CAS nummer: 584-84-9)
  • methyleendifenyldiisocyanaat (CAS nummer: 26447-40-5)
  • 4,4′-methylenediphenyl diisocyanate (CAS nummer: 101-68-8)
  • 2,4’-methyleendifenyldiisocyanaat (CAS nummer: 5873-54-1)
  • 2,2′-methyleendifenyldiisocyanaat (CAS nummer: 2536-05-2)
  • hexamethyleendiisocyanaat (CAS nummer: 822-06-0)
  • isoforondiisocyanaat (CAS nummer: 4098-71-9)
  • 3,3′-dimethylbiphenyl-4,4′-diyl diisocyanate (CAS nummer: 91-97-4)
  • tolueendiisocyanaat (CAS nummer: 26471-62-5)
  • 2,4,6-triisopropyl-m-phenylene diisocyanate (CAS nummer: 2162-73-4)
  • 1,3-bis(1-isocyanato-1-methylethyl)benzene (CAS nummer: 2778-42-9)
  • 1,5-naphthylene diisocyanate (CAS nummer: 3173-72-6)
  • 1,3-bis(isocyanatomethyl)benzene (CAS nummer: 3634-83-1)
  • 4,4′-methyleendicyclohexyl diisocyanaat (CAS nummer: 5124-30-1)

7 Irriterende stoffen

Irriterende stoffen behoren tot de zwak schadelijke stoffen. Door blootstelling aan deze stoffen is er kans op kleine schade aan de ogen, luchtwegen of de huid. Bij eenmalig contact zal de schade nihil zijn.

Maar bij regelmatige blootstelling kan dat op termijn leiden tot chronische klachten als eczeem of astma. Tot deze stofgroep behoort ook water, droog je natte handen, voeten en haren dan ook altijd goed af om de kans op bijvoorbeeld eczeem te voorkomen.

Van deze stofgroep is op dit moment (nog) geen officiële lijst gepubliceerd. De stofgroep van irriterende stoffen kan je herkennen aan onderstaande H-zinnen in rubriek 2.2 en 3.2 in het veiligheidsinformatieblad:

  • H315: Veroorzaakt huidirritatie
  • H319: Veroorzaakt ernstige oogirritatie
  • H335: Kan irritatie aan de luchtwegen veroorzaken
  • EUH066: Herhaalde blootstelling kan een droge of gebarsten huid veroorzaken
  • EUH071: Bijtend voor de luchtwegen

8 Sensibiliserende stoffen

Allergenen is een andere benaming voor sensibiliserende stoffen. Deze stofgroep zit in een groot aantal chemische producten verwerkt. Zowel thuis als op het werk. Voorbeelden van sensibiliserende stoffen zijn diverse soorten (haar)verf, lijmen, coatings en cosmetica.

Blootstelling aan deze stoffen kan op termijn leiden tot (chronische) klachten als: eczeem, astma en COPD. In het begin zullen de klachten niet heel ernstig zijn. Maar wanneer je eenmaal klachten hebt zullen deze steeds heftiger worden, ook wanneer de blootstelling minimaal is.

Ook van deze stofgroep is er op dit moment (nog) geen officiële lijst gepubliceerd. De stofgroep van sensibiliserende stoffen kan je herkennen aan onderstaande H-zinnen in rubriek 2.2 en 3.2 in het veiligheidsinformatieblad:

  • H317 is van toepassing op huidsensibilisatie, gevarencategorie 1. Dit type allergeen kan een allergische huidreactie veroorzaken
  • H334 is van toepassing op sensibilisatie van de luchtwegen, gevarencategorie 1. Dit type allergeen kan bij inademing allergie- of astmasymptomen of ademhalingsmoeilijkheden veroorzaken
  • EUH 204 bevat isocyanaten. Kan een allergische reactie veroorzaken
  • EUH 205 bevat epoxyverbindingen. Kan een allergische reactie veroorzaken
  • EUH 208 bevat [naam van de sensibiliserende stof]. Dit kan een allergische reactie veroorzaken

9 Neurotoxische stoffen

Blootstelling aan neurotoxische stoffen kan op termijn schade toebrengen aan het zenuwstelsel. Denk hierbij aan aantasting van de zenuwen in handen, armen, benen en voeten. Andere klachten zijn hoofdpijn, vermoeidheid, verhoogde mate van agressiviteit, stemmingswisselingen of problemen met het geheugen.

De problemen met het geheugen ontstaan over het algemeen pas na een periode van 5-10 jaar na blootstelling, soms al eerder.

Ook van deze stofgroep is er op dit moment (nog) geen officiële lijst gepubliceerd. De stofgroep van neurotoxische stoffen kan je herkennen aan onderstaande H-zinnen in rubriek 2.2 en 3.2 in het veiligheidsinformatieblad:

  • H370: Veroorzaakt schade aan organen
  • H371: Kan schade aan organen veroorzaken
  • H372: Veroorzaakt schade aan organen bij langdurige of herhaalde blootstelling
  • H373: Kan schade aan organen veroorzaken bij langdurige of herhaalde blootstelling

Aanvullende vervangings- en registratieplicht CMR en (P)ZZS

Voor met name de CMR-stoffen en de Zeer Zorgwekkende Stoffen is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de inventarisatie op orde is. Voor beide stoffen geldt namelijk een actieve vervangingsplicht waar dat mogelijk is.

Is vervanging niet mogelijk? Dan is het verplicht om te motiveren waarom een stof niet vervangbaar is. De NL Arbeidsinspectie zal geen uitspraak doen of vervanging mogelijk is. Dat is namelijk aan de organisatie zelf, evenals het afgeven van de motivatie.

Voor de CMR stoffen geldt naast de vervangingsplicht ook een aanvullende registratieplicht op persoonsniveau. Wat doet iemand met een stof en welke maatregelen zijn er genomen om de medewerker te beschermen, zijn belangrijke zaken welke je als werkgever bijvoorbeeld moet registreren.

Deze registratie dient het bedrijf vervolgens tot 40 jaar na beëindiging van de blootstelling te bewaren.

Lokale wetgeving

Eerder heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) aangekondigd dat zij inspecties gaan uitvoeren bij bedrijven die verantwoordelijk zijn voor het opstellen van veiligheidsinformatiebladen.

Bij het opstellen van een veiligheidsinformatieblad zijn zij verplicht om naast de REACH wetgeving ook rekening te houden met de lokale wetgeving. Vaak houden zij alleen rekening met de REACH wetgeving waardoor organisaties niet (kunnen) beschikken over de juiste informatie.

Als voorbeeld de stof ethanol met CAS nummer: 64-17-5, welke volgens REACH niet is geclassificeerd als kankerverwekkend en reproductie toxisch. Maar in Nederland staat ethanol wel op de lokale SZW-lijst als kankerverwekkend en reproductie toxisch.

In dit geval is het dus belangrijk hier weet van te hebben, omdat er sprake is van een aanvullende vervangings- en registratieplicht.

Aan de H-zinnen kun je in dit geval niet zien dat het gaat om een kankerverwekkende en reproductie toxische stof. Omdat hier sprake is van een afwijking dient de leverancier in rubriek 15.1 van het veiligheidsinformatieblad aan te geven dat ethanol op de SZW-lijst wel zo staat vermeldt.

Kijk eens op het veiligheidsinformatieblad van Ethanol ter check. Heeft jouw leverancier dit netjes aangegeven in rubriek 15.1? Wanneer dat niet het geval is heeft de leverancier de inhoud alleen gebaseerd op de REACH wetgeving. Daarmee is het veiligheidsinformatieblad niet correct opgesteld.

Tot slot is het goed om te weten dat de leverancier het veiligheidsinformatieblad dient te verstrekken in de taal van de lidstaat. In Nederland in het Nederlands, gebaseerd op wetgeving, gecommuniceerd vanuit de Rijksoverheid en Artikel 31(5) van REACH.

Software voor gevaarlijke stoffen

De inventarisatie van de gevaarlijke stoffen op orde krijgen en houden kost veel tijd. De wetgeving en regelgevende lijsten wijzigen meerdere keren per jaar.

Om de inventarisatie op orde te krijgen en te houden maken veel organisaties gebruik van software, bijvoorbeeld de applicatie SOFOS 360 (van ITIS) en Chemwatch (ITIS is de exclusieve agent binnen de Benelux).

Naast de beschikking over actuele- en gevalideerde stofinformatie biedt de software ook handvatten om automatisch te controleren of een chemisch product één of meerdere componenten bevat met een vermelding op wet- en regelgevende lijsten.

Ook is het mogelijk om de registratie vast te leggen volgens de PGS15 richtlijn, inclusief een alert wanneer bepaalde stoffen niet bij elkaar in opslag mogen liggen.

De gevalideerde- en actuele stofinformatie uit SOFOS 360 exporteren naar Stoffenmanager, om daarmee de betrouwbaarheid van de blootstellingsbeoordeling te vergroten?

Ook dat is mogelijk. Samen met onze partner Stoffenmanager hebben wij onlangs deze koppeling verder geoptimaliseerd.

Hulp nodig?

Na het lezen van dit artikel behoefte aan meer informatie of meer weten over onze software? Neem dan gerust vrijblijvend contact met ons op. Het gratis E-book: gevaarlijke stoffen herkennen op de werkplek ontvangen of de GHS poster voor op het lab? Ook dan horen we het graag!

Contact opnemen icon.arrow--dark

Geschreven door

Logo van:Op deze 9 stofgroepen heeft de NL Arbeidsinspectie in de komende jaren extra focus

ITIS

Sinds 1992 is ITIS marktleider op het gebied van informatiesystemen voor chemicaliënbeheer binnen ziekenhuizen, overheidsinstellingen, onderzoekslaboratoria en productiebedrijven. Met de applicaties SOFOS 360 en/of het internationale Chemwatch beschikt je organisatie... Lees meer