Mondkapjes waren vrijwel helemaal uit het beursbeeld verdwenen tijdens Laborama 2023. Ik heb ze geen moment gemist. Zie je dan toch standbemanning of bezoekers met zo’n masker lopen, dan valt dat ineens zo op. Zo zie je maar hoe snel je iets went of ontwent. Op de voorlichtingsvideo van ons hotel droeg het personeel die dingen ook nog. Het zag er direct zo gedateerd uit.
Toch is het nu pas een jaar geleden dat we uit ‘corona’ kwamen, met in Brussel nog wel bij de metro van een omroepbericht om bij drukte het masker te dragen. En niemand trok zich daar iets van aan. Ach ja … we zijn gewoontedieren en daar hoort in ons brein het dragen van een masker niet bij. Daarmee sla ik gelijk de brug naar de dagelijkse labroutine, ook vaak puur uit gewoonte ontstaan. We doen het al jaren zo, en waarom zouden we het veranderen? Dit is een sta-in-de-weg voor menig labautomatiseringsproject, zowel software- als hardwarematig. De plannen stuiten tijdens de ontwikkelingsfase en uitrol op verzet van medewerkers die ineens van alles anders moeten doen.
Op zich niet uniek voor de labsector: waar werkroutines wijzigen ontstaat weerstand onder het personeel. Deels omdat men niet of onvoldoende betrokken is bij de transitie, deels omdat het werk anders wordt ingericht en niemand daarop zit te wachten. In laboratoria betekent automatisering – of dit nu met de implementatie van LIMS- of ELN-programmatuur is of de introductie van robotiseringsplatforms – dat de workflow op de schop gaat. Het automatiseren wordt niet afgestemd op hoe er gewerkt wordt. Het is andersom: de automatiseringoplossing gaat bepalen hoe er straks gewerkt gaat worden. Dat kan de routing in labs compleet veranderen en ook het takenpakket. Dat is vaak maar beter ook, want die ideale workflow van vóór de automatisering blijkt bij nader inzien verre van perfect.
Daarmee is de automatisering gelijk een routekaart naar efficiënter werken: anders, maar wel slimmer en beter. Maar goed, dan moeten de mensen die het moeten gaan doen wel goed in dat verhaal worden meegenomen. Dat creëert draagvlak, bespoedigt het traject en voorkomt verrassingen bij de implementatie. Over verrassingen gesproken, deze anecdote kwam me tijdens Laborama ter ore. Het verhaal van een totaal mislukt robotiseringstraject bij een van de grootste covid-labs. Het contractlab in kwestie had Chinese monstervoorbereidingsstations had gekocht om het extraheren van het dna aan de covid-swabs te automatiseren. De apparatuur was stukken goedkoper dan de bekende merken.
Nu schijnt er slechts één betrouwbare Chinese leverancier te zijn van labrobotisering. Dat was deze beslist niet; regelmatig vlogen de swabs tijdens de sampleprep door de cabine, hun dna in de rondte strooiend. Dan moest alles vanwege het contaminatierisico grondig gereinigd worden, alvorens de zaak weer op te starten. Een tijdrovende klus, waar personeel bijna een dagtaak aan had. Allengs werd besloten alles maar met de hand te doen. De gewenste capaciteit werd op dit lab nooit gehaald. Daaruit kunt u nog een automatiseringsles trekken: ga niet in zee met de eerste de beste, dan kan uw automatiseringstraject wel eens een hoofdpijndossier worden.