Aangezien zowel Dumas als NIR efficiënter worden, kunnen moderne laboratoria zeker een aantal andere methoden dan de traditionele Kjeldahl-analyse overwegen voor eiwitbepaling. Giampaolo Perinello van Mérieux NutriSciences deelt zijn inzichten over wat volgens hem wanneer gebruikt moet worden.
De voordelen van de Dumas-methode
Te beginnen met Dumas, praten we over de mate waarin automatische functies van de Dumas-instrumenten minder tijdrovend zijn in vergelijking met de Kjeldahl-analyse, bijvoorbeeld door de zeer efficiënte batchautomatisering, waardoor de operator zich na het laden kan richten op andere taken in het laboratorium. Dumas levert ook sneller testresultaten, die binnen vijf minuten beschikbaar zijn.
Toch vereist de keuze van de procedure nog veel meer overwegingen. “De Dumas is zeer geschikt als een bepaald type monster routinematig moet worden getest. Maar het is niet de optimale oplossing voor laboratoria die een beperkt aantal analyses op verschillende soorten monsters uitvoeren”, aldus Perinello.
Omdat Dumas-instrumenten enige tijd nodig hebben om te starten, zijn ze beter geschikt voor continu gebruik. Daarentegen kan Kjeldahl op elk moment worden gebruikt ook voor dringende testen. Perinello geeft een voorbeeld: “Als je een bekend monster zoals tarwemeel test op eiwitgehalte en misschien 100 testen per dag uitvoert, dan is Dumas zeker de juiste keuze.”
Waarom Kjeldahl zal blijven bestaan
In andere gevallen, waar het monster niet vertrouwd is en het laboratorium slechts af en toe analyses in kleine aantallen uitvoert, is de voorspelbaarheid van Kjeldahl als traditionele referentiemethode een meer praktische oplossing volgens Perinello. Er moet ook rekening worden gehouden met het type monster. “Met Kjeldahl kun je grotere monsters aan, tot ongeveer 10 gram. Terwijl je met Dumas, zelfs in de macroversie, slechts 1 gram kunt onderzoeken”, legt hij uit.
Deze overweging is met name van belang wanneer het gaat om inhomogene monsters zoals bodem, waarbij het inweeg gewicht van cruciaal belang is voor een representatieve test.
Samenvattend kan een typisch concept voor het laboratorium zijn om de Dumas-methode te gebruiken als eerste keuze voor goed gekende monsters in grote aantallen en Kjeldahl voor speciale monsters. Bovendien vragen klanten vaak specifiek om Kjeldahl omdat het de al lang erkende referentiemethode is.
Het potentieel van de NIR-analyse
Nabij-infrarood-analyses (NIR) komen steeds vaker voor in laboratoria, met name in gebieden zoals diervoer, waar betrouwbare en uitgebreide kalibraties op basis van gefundeerde referentieanalysegegevens beschikbaar zijn.
Perinello ziet de sterke punten van NIR in een gemeenschappelijke referentie die door nieuwe netwerkmogelijkheden op elk toestel overgezet kan worden en in het feit dat NIR een duidelijk voordeel biedt bij het screenen op afwijkingen.
Hij verwijst naar de systemen die al vele jaren worden gebruikt in de zuivel- en graanindustrie, waar via een ringtest NIR- en referentieresultaten ter controle en onderhoud van de kalibraties met elkaar vergeleken worden. “Het gebruik van NIR is momenteel beperkt, maar in de toekomst zal het waarschijnlijker zijn om te zeggen “waarom niet?”, zegt hij. “Je zou niet zoveel referentieanalyses nodig hebben omdat slechts enkele laboratoria de referentietests met Kjeldahl of Dumas zouden moeten uitvoeren en de gegevens dan via het netwerk zouden kunnen delen.”
Een ander voordeel van NIR is de mogelijkheid tot screening, waarbij een bekende spectrale vingerafdruk wordt gebruikt als model voor een goed monster, bijvoorbeeld in het geval van melkpoeder. Alles wat spectraal afwijkt, is verdacht en kan worden afgezonderd voor verdere analyse.
Screening wordt gelijktijdig uitgevoerd met testen op eiwit, vocht, etc. Een geavanceerde vorm van screening kan worden uitgevoerd als het NIR-apparaat is geprogrammeerd om de vingerafdrukken van bekende vervalsingen, zoals melamine, te detecteren.
“Dumas en Kjeldahl kunnen worden gebruikt om het stikstofgehalte te bepalen, maar het is niet mogelijk om te bepalen of het haar oorsprong heeft in melamine of andere vervalsingen”, legt Perinello uit. “Naar mijn mening geeft NIR ons een unieke kans om vervalsing tegen te gaan, omdat de technologie op grote schaal beschikbaar is, testen goedkoop is en spectrale gegevens kunnen worden gedeeld. Ongeacht waar de test wordt uitgevoerd, kan het resultaat indien nodig op andere plaatsen worden beoordeeld.
FOSS-oplossingen voor eiwitbepaling:
Kjeltec 8400
– Volledig geautomatiseerde Kjeldahl-analyse met zelfreinigende colorimetrische titratie
– Optionele autosampler voor onbeheerde analyse van maximaal 60 monsters
– Lagere kosten door zelfregulerende koelwatervoorziening en duurzame materialen
Dumatec 8000
– Gemakkelijk te gebruiken autosampler voor onbeheerde analyse van maximaal 117 monsters
– Lagere bedrijfskosten dankzij een kortere opstarttijd en een laag zuurstof- en heliumverbruik door middel van een uitzonderlijk verbrandingsproces
– Desktopbediening en traceerbaarheid door middel van unieke softwarefuncties
NIRS DS2500
– Betrouwbare resultaten voor een constante kwaliteit van de eindproducten
– Veelzijdig voor routinetests in het laboratorium of in de productie
– Gemakkelijk te bedienen en geen gebruik van chemicaliën voor een veilige werking
