Het jaaroverzicht over dierproeven door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) laat zien dat het aantal dierproeven in 2011 en 2012 nagenoeg gelijk bleef. In totaal zijn 589.056 dierproeven geregistreerd, 797 (0,1%) dierproeven minder dan in 2011. Op ratten, konijnen, runderen en varkens zijn meer dierproeven uitgevoerd, het aantal proeven met muizen, kippen, vissen en cavia’s is afgenomen. Uit de inspecties blijkt verder dat onderzoekers de voorschriften voor het welzijn van de proefdieren over het algemeen goed naleven.
In 2012 heeft de NVWA 271 inspecties uitgevoerd bij instellingen die dierproeven mogen uitvoeren. Tijdens 8 inspecties zijn schriftelijke waarschuwingen uitgedeeld voor onderzoekers die zich niet aan de regels hielden. De NVWA controleert vervolgens of de onderzoekers de geconstateerde problemen goed hebben opgelost. In 2012 zijn drie inspecties naar aanleiding van 1 klacht uitgevoerd.
Ruim de helft van de proeven (51,4%) werd uitgevoerd voor wetenschappelijk onderzoek. 34,6% van het totale aantal dierproeven is verricht voor onderzoek voor de ontwikkeling, productie of controle van sera, vaccins, geneesmiddelen en medische of veterinaire producten. 8,7% van de dierproeven werd verricht om het mogelijke gevaar van stoffen op bijvoorbeeld werknemers in industriële bedrijven of de agrarische sector te onderzoeken. Daarnaast werd 3,8% van de proeven verricht voor onderwijs en training en 1,5% voor diagnostiek. Het uitvoeren van dierproeven voor cosmetica is in Nederland verboden.