Traag dierproefbeleid - Labinsights

Traag dierproefbeleid

icon.highlightedarticle.dark Tech & Analyse
Laatste wijziging: 8 mei 2023

Wetenschappers en politici hebben kritiek geuit op de traagheid waarmee de overheid het proefdiergebruik terugdringt. Zo is het vorig jaar door het kabinet toegezegde kenniscentrum voor alternatieven voor dierproeven nog steeds niet officieel in gebruik genomen. Ook blijkt het lastig alternatieve en succesvolle testmethoden grootschalig in te voeren, omdat toepassing stuit op strenge Europese richtlijnen.
Deskundigen van TNO en het Leids Universitair Medisch Centrum verwoorden het als volgt: “Het gaat ontzettend langzaam”, zegt genetisch toxicoloog Cyrille Krul van TNO. “Er wordt nu gewoon te weinig toegelaten.” Hoogleraar alternatieven voor dierproeven Coenraad Hendriksen schat dat het `een generatie zal duren` voordat de alternatieven geaccepteerd worden. Het aantal gebruikte dieren daalt met nog geen 1 procent per jaar. Officieel worden jaarlijks zeshonderdduizend dieren gebruikt voor onderzoek naar schadelijke stoffen en ziekten, de ontwikkeling van medicijnen en vaccins en onderwijs. Maar volgens de Partij van de Dieren is het werkelijk aantal betrokken dieren aanzienlijk hoger. Niet alle gefokte dieren worden uiteindelijk gebruikt voor dierproeven, omdat ze bijvoorbeeld genetische afwijkingen vertonen die ze ongeschikt maakt voor experimenten. Deze dieren moeten het veld ruimen en staan volgens de PvdD niet bij de 600.000. Of de situatie snel verbetert, valt te bezien. Alternatieven die het gebruik van dieren overbodig maken, zoals computermodellen, onderzoek op (stam)cellen en het gebruik van huid en weefsel zijn pas inzetbaar na toestemming van het Ecvam, het Europese centrum waar alternatieve testmethoden worden gekeurd.

Blijf op de hoogte en mis geen artikel

Abonneren icon.arrow--dark