De nieuwe generatie dioxinetesten is goedkoper en sneller dan de traditionele GC-MS-methode en daarmee uiterst nuttig tijdens voedingscrises. De betrouwbaarheid zou nog wel iets beter kunnen. Die conclusie werd getrokken tijdens een symposium over dioxinedetectie in Brussel. Met gaschromatografie gekoppeld aan hoge-resolutiemassaspectrometrie kan een laborant in acht dagen zo`n 10 tot 12 monsters controleren op dioxine. Daarentegen kunnen met een bioassay (Calux-methode, zie Laboratorium Magazine nr. 1 2005, pag. 7) in een dag 75 monsters worden gecontroleerd. Deze test wordt gedaan met een dierlijke celkweek en is gebaseerd op het principe dat dioxines zich binden aan een receptor in dierlijke cellen. Ook snelle extractiemethoden schijnen veel winst op te leveren. Minpuntje is dat de bioassay gevoelig is voor verstoringen van andere stoffen uit het monster. Deze kunnen het meetsignaal zowel onderdrukken als versterken. Tijdens de validatiestudie is soms vastgesteld dat de resultaten afwijken van die van de referentiemethode.