Het gebruik van proefdieren bij het onderzoek naar de schadelijkheid van chemische stoffen op de vruchtbaarheid kan wereldwijd met 40 % naar beneden bij toepassing van een nieuwe richtlijn van de OESO, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.
Eén generatie nakomelingen volstaat voor het trekken van goede conclusies, stelt OESO, in plaats van twee generaties zoals nu voorgeschreven is. Bij aanpassing naar één generatie levert dat wereldwijd een proefdierbesparing op van gemiddeld 1.200 dieren per studie. Dit komt neer op een besparing van enkele miljoenen proefdieren in de komende 5 jaar ofwel 40% ten opzichte van nu.
Onder de nieuwe Europese REACH verordening voor chemische veiligheid zou deze vervanging tot 15% vermindering in het totale proefdiergebruik kunnen leiden. De nieuwe richtlijn is op 17 november vorig jaar door de OESO Joint Meeting in Parijs geaccepteerd. Aan de basis van deze beslissing ligt een omvangrijke analyse van bijna 500 twee-generatiestudies die in de afgelopen drie decennia wereldwijd zijn uitgevoerd in het kader van de risico-evaluatie van chemische stoffen. Deze studie werd uitgevoerd door het RIVM in samenwerking met onder meer Amerikaanse, Canadese, Duitse en Engelse zuster-instituten. De analyse toonde aan dat het weglaten van de tweede generatie geen consequenties had voor de risico-evaluatie.
De analyse is per 8 december gepubliceerd in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Reproductive Toxicology.