Opnieuw zal dit jaar een deel van de laboratoriumeconomie profiteren van de coronapandemie. Het klinkt wrang, maar voor de labwereld is de Covid-19-problematiek een inkomstenbron gebleken. Het is omzet die bovenop de markt komt. Dit geldt zowel aan de leveranciers- als aan de laboratoriumkant. Wie je ook spreekt, het lijkt drukker dan ooit, helemaal voor wie in de medische hoek opereert. Neem alleen al de opgeschaalde coronatestcapaciteit.
Een groei met minimaal een factor 10 in een jaar tijd. Het is de laatste tijd hard gegaan. Met de opening van een nieuw lab in Rijswijk in december werd die capaciteit in één klap verdubbeld. Ook acht contractlabs in de food testen sinds begin januari mee, verenigd in het Fenelab Covid-19 Consortium. Allemaal geaccrediteerde laboratoria met veel ervaring in PCR. Wat eerst niet kon, omdat het geen medische labs waren, kan nu na ruggespraak met onder de overheid, het RIVM en de GGD’s wel.
Een marktconforme manier om de capaciteit verder te verruimen. Corona leidt ook aanpalend tot heel veel extra laboratoriumonderzoek. Neem de controle op handgels. Hierover verschenen al berichten dat sommige niet voldoende effectief waren. Minder bekend is dat ze ook gevaarlijke stoffen kunnen bevatten. Als gebruiker zou je erop mogen vertrouwen dat ze van hoge kwaliteit zijn én geen onzuiverheden bevatten, zoals methanol en 1-propanol.
Die stoffen zijn neurotoxisch en kunnen huidirritaties en zelfs allergische reacties veroorzaken. Testen van handgels is daarmee ineens hot geworden. Interscience sprong op de marktvraag in met de ontwikkeling van een methode voor de analyse van op alcohol gebaseerde handgels op basis van gaschromatografie, single quadrupool massaspectrometrie en automatische monstername voor hoge doorvoer.
Voor wie op zeker wil spelen: Remco Lanooij, eigenaar van SaniflQ, promootte op LinkedIn een nieuw desinfectieproduct om zelf veilig je winkelwagentje te kunnen ontsmetten. ‘Met de spuitbusjes met “Hygiene Mist” krijg je geen giftige troep meer op je handen in de winkel en hij is getest en werkend voor virussen, bacteriën en schimmels’. Misschien niet eens zo’n gek idee, want wat zit er eigenlijk in de dispensers bij de supermarkt, als ze al niet leeg zijn?
Niet alleen de handgelmarkt explodeerde door corona, ook de verkoop van mondkapjes ging door het plafond. In het kielzog hiervan is er een complete testmarkt voor niet-medische mondkapjes ontstaan. Aanvankelijk ontbrak het aan regels, totdat NEN dit najaar in sneltreinvaart met een norm voor niet-medische mondkapjes kwam. Op Chemelot verrees onlangs een nieuwe ‘mondkapjes-teststraat’.
Er wordt onderzocht of de niet-medische kapjes minimaal 70% bescherming bieden, er geen toxische stoffen in verwerkt zijn, in hoeverre ze duurzaam zijn en of ze bijvoorbeeld microplastics bevatten. Fabrikanten kunnen hier hun kapjes laten testen om ze te kunnen voorzien van een keurmerk. Een goede zaak: we willen geen schijnveiligheid als we ons tegen corona willen beschermen. Dus nog meer testen, testen, testen. En eerlijk is eerlijk, de labwereld wordt daar niet slechter van.
