Het ombouwen van conventionele tot duurzame laboratoria is haalbare kaart, zo bleek tijdens een symposium dat de Van Looy-groep vorige week woensdag in Leiden organiseerde. Kantoorgebouwen leveren in Nederland en Europa een relatief grote bijdrage aan het broeikaseffect door hun energie-inefficiency. Vooral luchtbehandelingssystemen zijn energievreters. Er worden grote hoeveelheden verwarmde lucht zonder warmteterugwinning naar de buitenlucht uitgestoten. In laboratoria is de situatie extreem vanwege de hoge circulatiegraad. De systemen zijn weinig flexibel en niet vraaggestuurd, waardoor ze dag en nacht staan te `loeien`. In ruimtes met tien zuurkasten bijvoorbeeld, waarvan er maar vier in gebruik staan, staan alle kasten meestal op vol vermogen te draaien. Een enorme verspilling van voorverwarmde lucht en niet nodig. Complicerende factor is het woud aan grotere en kleinere luchtbehandelingssystemen binnen laboratoria. Dit is vaak historisch zo gegroeid door plaatsing van nieuwe apparatuur. Maar omdat er geen plan achter zit, zijn alle losse ventilatoren op het dak energetisch niet meer te managen. Dat het veel zuiniger en milieubewuster kan, bleek tijdens dit symposium waaraan ruim 50 labmanagers en facilitaire managers deelnamen. De deelnemers waren onder de indruk van de besparingsmogelijkheden die de energierekening bovendien flink drukken. Op dit moment zijn tal van laboratoria bezig om hun inrichting te flexibiliseren en nieuwe luchtverversingsmethoden te installeren die het energiegebruik met tientallen procenten kunnen terugdringen. Vooral (semi)overheidslabs lopen voorop in de markt, maar ook grotere contractlabs zien in dat er toekomst is voor duurzame laboratoria. Meer hierover in het komende nummer van Laboratorium Magazine. Nr. 1 komt uit op 31 januari 2008. Op de foto te zien is Terry Wyatt, `energieprofessor` van Nottingham University.
