Leendert van der Ent | Fotografie: Foodnote
‘GoGreen’ is het motto van laboratoria binnen het Europese culturele erfgoed om te vergroenen en te verduurzamen. Katrien Keune, Hoofd Science bij het Rijksmuseum en bijzonder hoogleraar Moleculaire Spectroscopie aan de Universiteit van Amsterdam is coördinator van dit project en verwacht dat de voorgenomen vergroeningsslag voor de hele labsector een stimulans kan zijn om milieuvriendelijker te gaan opereren.
Leendert van der Ent | Fotografie: Foodnote
“Groen denken is in onze sector nog relatief nieuw”, begint Katrien Keune, Hoofd Science bij het Rijksmuseum en bijzonder hoogleraar Moleculaire Spectroscopie aan de Universiteit van Amsterdam. “Bij restauratie en conservering gebruiken we nog schadelijke chemicaliën, als is dat niet in industriële hoeveelheden. Maar instellingen voor cultureel erfgoed hebben wel een hoog publiek profiel. Als wij uitdragen hoe we dit vakgebied kunnen vergroenen, zal de impact toch aanzienlijk zijn.”
Begin oktober ging het EU-project voor vergroening van laboratoria in de cultureel erfgoedsector van start. Keune over de doelstellingen: “Er zijn verschillende sporen om het doel te bereiken. Twee belangrijke daarvan zijn: vermindering van de CO2-emissie en het vervangen van schadelijke chemicaliën door natuurlijke en hernieuwbare conserveringsmaterialen.”
“Groen moet het startpunt voor elke beslissing zijn”Katrien Keune, Hoofd Science bij het Rijksmuseum en bijzonder hoogleraar Moleculaire Spectroscopie aan de Universiteit van Amsterdam
Het is belangrijk dat de culturele labs en instellingen hun afvalstroom reduceren en het energieverbruik omlaag brengen, stelt Keune. “Daarbij gaan we nieuwe technieken en methoden ontwikkelen omdat doel te bereiken en dat vast te stellen. Ook komt er een app voor het conserveringsdomein beschikbaar. Daarin kunnen restauratoren vaststellen hoe groen de methoden zijn die ze hanteren en of daarvoor alternatieven bestaan. En er zal lesmateriaal verschijnen dat de nieuwe groene technieken en methoden bevat en dat het groen en preventief denken als basishouding voor een nieuwe generatie restauratoren en conserveringswetenschappers introduceert. Groen moet het startpunt voor elke beslissing zijn.”
Om vernis te verwijderen gebruiken restauratoren nu bijvoorbeeld aceton of ethanol uit fossiel bronnen. Daar zijn duurzamer alternatieven voor mogelijk, zoals ethanol gemaakt uit agrarische reststromen. Een tweede benadering is, te onderzoeken hoe je het oplosmiddel zodanig kunt aanbrengen dat je er minder van nodig hebt. “Nog beter dan het gebruiken van duurzaam materiaal is te besparen op het gebruik van materiaal”, merkt Keune op.
“Om dat soort ontwikkelingen gaat het. Daarvoor zijn heel veel mogelijkheden. Denk ook aan het beoordelen van low-tech alternatieven van onderzoeken tijdens een conserveringsbehandeling die getoetst zijn met high-tech kennis. Met 3D X-ray Raman tomografie kun je bijvoorbeeld inzichtelijk maken hoe een consolidant in een (semi-)poreus object zit, maar we kijken hoe we met goedkope, energie- en materiaalbesparende methoden tot dezelfde conclusie kunnen komen. Soms zijn alternatieve mogelijkheden al bekend, soms moeten we die nog (door)ontwikkelen of hun effectiviteit vaststellen. In de app komen de huidige conserveringsmiddelen, de alternatieven en hun toepassingsmogelijkheden te staan.”
“Nog beter is het om te besparen op het gebruik van materiaal”Katrien Keune
Besparen op energie is onder meer mogelijk door per onderzoeksobject een museumklimaat op maat te creëren, want niet elk object is even delicaat en gevoelig voor omgevingsparameters. Die manier van denken is nieuw. Nu is het uitgangspunt voor zo’n beetje alle materialen dat een museumklimaat jaarrond tussen een bepaalde temperatuur- en vochtigheidsbandbreedte moet blijven. Keune: “Daarbij komt mijn eigen specialisatie spectroscopie goed van pas, in combinatie met voorspellende modellen voor de effecten van een aangepast museumklimaat en de beslissingen voor de lange termijn op de museale collectie. We weten steeds beter hoe bijvoorbeeld olieverflagen zich houden onder een bepaalde luchtvochtigheid. Deze materiaaltechnologische kennis is enorm verfijnd.”
“Wij hebben de kennis van Raman en kunnen helpen bij modellering”Katrien Keune
Er is bekend dat kaliumrijk glas uit de 17e en 18e eeuw bijvoorbeeld heel kwetsbaar is voor schommelingen in luchtvochtigheid. Dat heeft tot gevolg dat er microscheurtjes in het glas ontstaan. Er is kennis over de samenhang tussen temperatuur- en vochtigheidsverschillen en materiaalspanning in hout. “Dat betekent dat je het klimaat op maat kunt gaan bepalen: voor sommige objecten is altijd een zeer nauwkeurig geregeld binnenklimaat nodig, terwijl op andere afdelingen de temperatuur ’s nachts een paar graden omlaag kan. Daarin zit een grote potentie voor energiebesparing.”
________________________________________________
Het EU-project ‘Green strategies to conserve the past and preserve the future of cultural heritage’ telt drie partners uit Italië, twee uit Nederland (Rijksmuseum en UvA, Faculteit Scheikunde), Frankrijk en Groot-Brittannië, en één uit Zwitserland, Noorwegen en de VS. In totaal is het project onderverdeeld in acht werkpakketten, waarbij de Italianen en de Zwitsers vooral ontwikkelen en de overige partners haalbaarheid en effectiviteit testen in de conserveringspraktijk en lesmateriaal ontwikkelen.
Het project heeft geen kwantitatieve doelen in percentages CO2 of hoeveelheden chemicaliën. Katrien Keune, Hoofd Science bij het Rijksmuseum en bijzonder hoogleraar Moleculaire Spectroscopie aan de Universiteit van Amsterdam is coördinator van dit project: “Iedereen is gemotiveerd om er een succes van te maken. De kracht van het consortiumteam zit in de diverse achtergrond; iedereen brengt zijn expertise in, waarbij de teamleden wel elkaars (vak)taal spreken.”
(Foto: Rijksmuseum)